Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verslind hen, HEERE! deel hun [18]tong; want ik zie [19]wrevel en twist in de [20]stad. 18. Dat is, hunne spraak. Dit verslinden en verdelen der spraak schijnt te zien op de oordelen Gods, die Hij gevoerd heeft over de bouwers van den toren van Babel, en het rot van Korach; Gen.11:7,8; Num.16:32. 19. Of, geweld. 20. Jeruzalem, gelijk sommigen verstaan, duidende den psalm op Absaloms vervolging, wanneer [David in haast gevlucht zijnde] Absalom daar binnen kwam, gruwelijk ten hove huishoudende en raad nemende, hoe men zijnen vader best zou overvallen en verdelgen, waarin de raadslieden niet wel overeenkwamen doordien God hunne tongen verdeelde, 2 Sam.17:14, volgens Davids gebed, hier en 2 Sam.15:31. Anderen verstaan het van Gibea Sauls, waar Saul hofhield, [verg. hfdst.59 vs.7], of niet juist van ene stad, maar in het algemeen van de ongebonden goddeloosheid, die overal, zelfs in de steden [waar de beste orde behoorde te zijn] in zwang ging.